maandag

Mutsje

Als we dan toch aan het haken zijn gaa we gewoon even door. Een mutsje voor een meisje. Blauw en donker geel. Dank zij een blog waar een berekening stond voor het aantal vaste en toeren is het gelukt. Het is gehaakt in een spiraal,




dinsdag

kantwerkje uit juli 1900.

In een damesblad genaamd "De vrouwenwereld"van 5 juli 1900 heb ik dit patroontje gehaald.
Kant voor nachtjaponnen
Men haakt eerst voor de afsluiting van het kant met garen nr 40, op een opzetrand van 16 losse steken heen en terug.
1e toer, linkerzijde van het werk. 3 steken overslaan 1 stokje, 2 losse steken, 3 steken overslaan, 5 stokjes in de naaste 2 steken, 2 losse steken, 1 stokje in den 2en volgende steek, 3 losse steken, 2 door 3 losse steken gescheiden stokjes in den 5en vlgende steek.
2e toer, 3 losse steken, 7 stokjes om de naaste 3 losse steken, 2 losse steken, 5 stokjes om de volgende 2 losse steken, 1 stokje in het naaste stokje, 2 losse, 6 steken overslaan, 2 stokjes in de volgende 2 steken.
3e toer. 3 losse steken, 1 stokje in het 2en stokje, 2 losse steken, 5 stokjes om de volgende 2 losse steken, 2 losse steken, 1 stokje, dan 3 losse steken, 2 door 3 losse steken gescheiden stokjes in den 1en der naaste 7 stokjes.
De 2e en 3e toer worden steeds herhaald. Na voltooiing van het kant verbindt men het met het kantband door den volgende toer. * 1 vaste steek in den naaste lus van het band, 2 losse steken aan den rechten rand van het kant volgens afbeelding gehecht, dan 2 losse steken, 2 lussen van het band overslaan van * herhalen.
Aan de andere zijde van het band afwisselend 1 stokje in de naaste lus, 1 losse steek 1 lus overslaan.